Beleid & Visie

Logo4smalll

1 Emotionele veiligheid
 

Een klein kind gedijt goed in een sfeer van rust. Daarin kan het ongestoord zonder afgeleid of gestuurd te worden zichzelf en de wereld om hem heen ontdekken.

In deze sfeer van rust kan de ontdekkingsdrang, nieuwsgierigheid en verwondering van het kind zich uitleven.

In onze gastouderopvang zijn er meerdere kinderen en er is dus ook wel eens drukte, maar de groep zal nooit uit meer kinderen bestaan dan 6. Wij proberen in ons handelen rust uit te stralen en door de dag heen voor alle kinderen steeds weer momenten van rust te creëren. Soms voor de hele groep, vaak ook voor een individueel kind.

Kinderen kennen de wereld nog niet. Om vertrouwen te krijgen in die wereld kan een kind veel steun en houvast ontlenen aan een vaste volgorde, een vaste dagindeling en vaste gewoontes en rituelen. Momenten van (in)spanning en ontspanning, binnen en buiten wisselen elkaar door de dag heen ritmisch af. Door herhaling van de handelingen ontstaat herkenning bij het kind en dat biedt een gevoel van veiligheid en vertrouwen

Overgangen door de dag heen worden begeleid door vaste liedjes zodat ze herkenbaar zijn voor alle kinderen. Overgangen zijn vaak moeilijk maar door het zingen van een passend en herkenbaar lied gaat de ene situatie vaak vloeiend over in de volgende.

Naast het dagritme is er ook het jaarritme met de jaarfeesten. Rondom de jaarfeesten zingen we steeds dezelfde liedjes.

Het wennen is maatwerk en gaat in overleg met de ouders. De gemaakte afspraken worden vastgelegd op het plaatsingsformulier.

Belangrijk is dat er afscheid wordt genomen zodat het voor het kind duidelijk wordt dat papa of mama weggaat, maar ook weer terugkomt en het kind meeneemt naar huis. In de afgesproken wenperiode verwachten wij dat de ouder(s) het kind kunnen ophalen als wij dat noodzakelijk vinden. Bijvoorbeeld als het veel huilt, niet slaapt of niet wil eten.

Na die periode willen wij in ieder geval één noodtelefoonnummer hebben, zodat wij (één van de) ouders of een ander vertrouwd persoon kunnen bereiken als dat nodig is.

2 Stimuleren persoonlijke competenties
Het kleine kind is één en al zintuig en kent nog geen verschil tussen waardevolle en minder waardevolle indrukken. Daarom proberen we nieuwe en verschillende indrukken gedoseerd aan te bieden, waarbij we waken over de kwaliteit van deze indrukken. Wij kiezen voor een rustig kleurgebruik in onze ruimte, met veel natuurlijke materialen.

Rudolf Steiner onderscheidt twaalf zintuigen, waarvan de 1ste vier vooral voor het kleine kind van belang zijn. Ze werken zowel op lichamelijk als psychisch gebied.

  1. Met de tastzin probeert het kind zijn omgeving en zijn lichaam te begrijpen.
  2. Met de levenszin voel je hoe het met je gaat en hoe de sfeer om je heen is.
  3. De bewegingszin laat het kind voelen wat het doet (kruipen, springen) en laat het kind de intentie voelen waarmee anderen handelen.
  4. De evenwichtszin vertelt of je rechtop zit of scheef, en het geeft je informatie over je geestelijk evenwicht (je innerlijke rust/onrust).

Bij de opvoeding van het jonge kind ligt het accent op de lichaamsgerichte zintuigen. De eerste zeven jaren zijn de jaren waarin het fysieke lichaam van het kind opgebouwd en gevormd moet worden en waarin het kind thuis moet raken in het lichaam.

Wij verrichten met zorg en aandacht de dagelijkse bezigheden. We werken vanuit een houding van liefde en respect en hebben aandacht voor alles wat kan bijdragen aan een behaaglijk gevoel, waardoor het kind warmte en geborgenheid kan voelen. Wij vormen onze omgeving met meubels en speelgoed van natuurlijke materialen om het kind op deze manier een belevingswereld te bieden die dicht bij het fysieke lichaam ligt.

Een klein kind kan de wereld onbevangen en vol vertrouwen tegemoet treden. We proberen dit vertrouwen zoveel mogelijk intact te houden, zodat het een stevige basis van (zelf)vertrouwen kan ontwikkelen en nieuwe/vreemde dingen als een uitdaging kan zien in plaats van als een bedreiging. Door met verwondering naar grote en kleine voorvallen te kijken, wek je zowel bij jezelf als bij het kind een gevoel van blijdschap en eerbied. Zinvolle bezigheden en plezier maken, helpen het kind zijn energie positief te richten

3 Ontwikkeling van sociale competenties
In de eerste zeven levensjaren staat het kleine kind geheel open voor de wereld. Vol vertrouwen laat het die wereld binnen stromen. Het kleine kind is gevoelig voor de intenties en de innerlijke houding van de opvoeders. Het beweegt mee met de bewegingen die de opvoeder maakt en bootst ze vervolgens na. Nabootsing is in die zin niet een passief kopiëren maar een activiteit waarbij het hele organisme is betrokken. Het is actief opnieuw scheppen.

Voor ons betekent dit dat het belangrijk is dat we alle handelingen met aandacht doen zodat het kind vanuit enthousiasme mee wil doen.

Wij willen de kinderen helpen uit te groeien tot evenwichtige volwassenen en daarbij hoort ook een evenwichtige emotionele ontwikkeling. Door de veilige omgeving mag en kan een kind bij ons zijn emoties tonen, waardoor het leert daarmee om te gaan. Huilen mag.

Wij bouwen een goede band op met elk kind, zodat ieder kind zich veilig en vertrouwd kan voelen en zich optimaal kan ontwikkelen. Ook rust, regelmaat en herhaling dragen bij aan de sociale en emotionele ontwikkeling. Wij streven naar een sfeer van rust, waarin het kind ongestoord kan spelen zonder dat het opgejut of gestuurd wordt. Zo nodig begeleiden we kinderen bij sociale conflicten. Hoe wij omgaan met conflicten, is een belangrijk voorbeeld voor de kinderen. Veiligheid vraagt ook om begrenzing, zodat voor het kind duidelijk wordt wat wel en niet kan.

De hechting van kind met de pedagogisch gastouder is erg belangrijk. Daarom heeft het een groot voordeel dat wij als echtpaar aanwezig zijn, alle dagen dezelfde gezichten en de zelfde pedagogische visie

4 Socialisatie/normen en waarden

Voor de ontwikkeling van de wil en van daadkracht is het stimuleren van eigen activiteiten, het bieden van herhaling en regelmaat, het aanleren van goede gewoontes en het richten van aandacht op de omgeving belangrijk.

Een goed ontwikkelde wil, is een stevige basis voor het geestelijk prestatievermogen op latere leeftijd. In de eerste levensjaren worden het geheugen, concentratievermogen en doorzettingsvermogen gevormd uit wat een kind met zijn zintuigen waarneemt. Lopen en praten leert het kind louter en alleen door nabootsing. Evenals respect voor zichzelf en anderen of plezier in spel en werk. Deze dingen kun je een kind niet bijbrengen door er alleen over te praten. Hij kan het alleen nabootsen wanneer hij het werkelijk gezien of ervaren heeft. Daarom creëren wij een omgeving waarin het kind positief gestimuleerd wordt zijn wil te ontwikkelen.

Door de medemens met respect tegemoet te treden, plant en dier met verwondering en interesse te benaderen en met aandacht om te gaan met voeding, inrichting en speelmateriaal, proberen we aan te sluiten bij de gevoelens van eerbied en verwondering, die het kind van nature bezit.

Een gastouder die zelf vol verwondering, eerbied en aandacht in het leven staat, draagt dit over op kinderen.

Als gastouders gaan we respectvol om met de hen omringende wereld. De handelingen doen we met aandacht. Door het jaar heen vieren we de jaarfeesten en sluiten daarbij sterk aan bij de beleving van het kind. We kijken naar alles wat de natuur ons ieder seizoen brengt.

Wij leren de kinderen zorg te dragen voor hygiëne, bijv.:

Voor en na het eten handen wassen
Handen wassen na toiletbezoek
Handen wassen na buiten spelen